Dit is Veenendaal
DIT IS VEENENDAAL
Viel hij ook bij jou op de deurmat? Het Dit is Veenendaal magazine, boordevol met allerlei leuke verhalen over wat er in Veenendaal, te doen, te zien en te beleven is. Heb je hem niet ontvangen? Pak er dan een kop koffie bij en download hier de digitale versie. We weten zeker dat je na het lezen denkt: wow, dit is Veenendaal!
Dit is Veenendaal
Dit is Veenendaal
Dit is veenendaal
‘Afgelopen jaar ben ik 60 geworden. Dat betekent dat ik nu precies de helft van mijn leven in Italië heb gewoond en de andere helft in Veenendaal.
Ik ben geboren en getogen op Sicilië, aan de rand van de Etna. Het was een goede jeugd, omgeven door bergen en zee. Als jongeman runde ik een openlucht restaurant, disco en pizzeria. In de zomer werkte ik hard en in de winter – als de zaak gesloten was – ging ik op reis. En zo kwam ik op een dag via een kennis in Nederland en in Veenendaal terecht. We liepen rond door het dorp en daar zag ik in de etalage van Van Schuppen en prachtige dame staan. ‘Die wil ik beter leren kennen’, dacht ik. En ik had geluk, want mijn kennis kende haar.
Op onze eerste afspraak was er meteen een klik. Er volgde een periode van veel bellen en elkaar af en toe zien. Toen ik na twee jaar een pand aan de Sandbrinkstraat te koop zag staan, heb ik mijn kans gegrepen. Ik kocht het pand en startte in 1993 mijn eigen pizzeria: Il Vulcano.
Het eerste jaar reisde ik nog op en neer naar Sicilë, maar daarna heb ik mij definitief gevestigd in Veenendaal. Best pittig, voor iemand die geen Nederlands én geen Engels sprak. Maar met een eigen zaak pas je je al snel aan.
En Veenendaal heeft veel om van te houden: De rust, de natuur, de centrale ligging. Mijn vrouw en ik fietsen veel. Eens per jaar gaan we terug naar Italië. Daar geniet ik weer van de bergen, de zee en het uitzicht. Maar mijn toekomst? Die is hier. In Veenendaal.’
‘Ik weet nog goed dat ik in 1972 vanuit Paramaribo aankwam op Schiphol. Met een koffer vol kleding keek ik om mij heen. Nog nooit in mijn leven had ik zoveel witte mensen bij elkaar gezien!
Natuurlijk kende ik Nederland wel. In Suriname leerden wij namelijk alles over Nederland. Ik was dan ook ontzettend verbaasd dat dit andersom niet zo bleek te zijn. Dan vroegen mensen waarom ik zo goed Nederlands sprak, of hoe lang het duurt met de trein van Suriname naar Curaçao. Ik lachte er maar om.
Waar ik niet om lachte, was de situatie in Suriname. Tijdens mijn studie tandheelkunde in Utrecht was ik dan ook actief bij een groot Surinaams studentengezelschap. Dit was in de tijd van de Surinaamse onafhankelijkheid. We voerden actie, organiseerde demonstraties… Ja, dat activistische heeft er altijd ingezeten. Een sterk gevoel voor rechtvaardigheid.
Mijn leven in Veenendaal startte in 1982 toen ik een tandartspraktijk aan de Kerkewijk kon overnemen. Ook werd ik lid van de PvdA en van het een kwam het ander. Als je namelijk ergens komt en je houdt je mond niet, dan ben je al gauw actief.
Ik heb allerlei functies bekleed van schaduwraadslid tot provinciaal statenlid en raadslid. Maar sinds ik in 2018 met pensioen ben als tandarts, ben ik gestopt met de politiek. Nu ben ik alleen nog een belangstellend inwoner.
Teruggaan naar Suriname is inmiddels geen issue meer. Ik volg wat daar gebeurt, maar woon hier. En ik woon hier heel fijn. Als ik ooit weg zou gaan, dan is dat terug naar Utrecht. Maar of dat echt gaat gebeuren? We hebben het hier in Veenendaal lang zo slecht nog niet.’
‘Mijn Nederlandse verhaal begint in maart 2018. Als vrijwilliger bij de scouting in Albanië mocht ik naar Nederland voor een groot Europees scouting evenement. Midden in de nacht kwam ik aan bij het hostel waar we zouden verblijven en daar bij de balie werd ik ontmoette ik de man waar ik per direct smoorverliefd op werd: de Nederlandse kok van het hostel.
Het eerste jaar van onze relatie heb ik veel op en neer gereisd. In Albanië had ik een eigen mensenrechten stichting en ik zocht steeds projecten in de buurt van Nederland uit zodat we elkaar konden zien. Uiteindelijk ben ik in Den Haag een master gaan doen en zo verhuisd naar Nederland.
Zonder de liefde was ik waarschijnlijk nooit geëmigreerd. Ik had het in Albanië namelijk niet slecht. Ik had werk, een eigen stichting, fijne familie en vrienden. Dat zijn allemaal zaken die je ergens anders opnieuw moet opbouwen. Net als de taal. Gelukkig ben ik van huis uit lerares Engels, dus de grammatica ging mij goed af. En ik heb hier in Veenendaal een fantastisch taalmaatje die mij helpt met mijn Nederlands.
Mijn – inmiddels – man en ik wonen nu een klein jaartje in Veenendaal. We zijn hier samen naartoe verhuisd vanuit Soest omdat we hier een grotere woning konden vinden. Ik vind het prachtig hier. Vooral de natuur.
Natuurlijk zijn er wel dingen die ik mis. Mijn neefje en nichtje bijvoorbeeld. Maar ook het licht. Hier in Nederland kunnen de dagen soms zo grijs en grauw zijn. Toch zie ik mijn toekomst zeker hier. Als het kan met een mooi gezin. Met kinderen met ogen zo blauw als de lucht in Albanië.’
‘Dat mijn vrouw en ik in 2010 in Veenendaal zijn komen wonen, was een bewuste maar tegelijkertijd tijdelijke keuze. Nadat we allebei in Nijmegen hadden gestudeerd, was onze droom om een huis te kopen in een grotere stad. Dit bleek helaas onbetaalbaar en zo besloten we eerst antikraak en lekker centraal in Veenendaal te gaan wonen en vanaf daar verder te kijken.
Inmiddels zijn we 13 jaar verder en zou ik Veenendaal helemaal niet meer willen verlaten. Hoewel ik hier niet geboren en getogen ben, voel ik me hier heel erg thuis.
Veenendaal heeft nog wel eens het stigma dat je er als buitenstaander moeilijk tussenkomt, maar ik heb juist het tegenovergestelde ervaren. Veenendaal is namelijk heel divers. Zowel qua culturen als qua geloven en qua mensen. Ik heb nooit eerder op een plek gewoond waar ik zoveel contact heb met de buren, waar mensen elkaar groeten op straat en waar het sociaal allemaal heel prettig voelt.
Die dorpse sfeer met een stads karakter, maakt Veenendaal voor mij echt de ideale plek om te wonen. Ook als christen. We hebben hier een fijne kerk gevonden en ik vind het ook heel mooi om te zien hoe vanuit het geloof een groot lokaal vrijwilligersvangnet in de samenleving is ingebed. Daarmee heb je als woonplaats echt goud in handen.
Je sterk maken voor de zwakkeren is mijn drive. Vanuit mijn geloof maar ook binnen de politiek. Hoewel ik op dit moment vooral op de achtergrond opereer, hoop ik in de toekomst – als mijn vier kinderen wat ouder zijn – mij daar ook lokaal weer actief voor in te kunnen zetten. Uiteraard in Veenendaal.’
Veenendaler #53 – Joas Duister
‘Ik ben geboren en getogen op het PWA-park. Nadat mijn opa in de jaren 60 vanuit Marokko naar Veenendaal kwam om in de Boxal te werken, kwamen ook mijn oma, moeder en vader deze kant op. Allemaal woonden we in dezelfde flat. Ik herinner me lange middagen van buiten voetballen en dat mijn oma dan een mandje met water en koekjes van de eerste verdieping aan een touwtje naar beneden liet zakken.
Voetballen, kattenkwaad uithalen…ik had een fantastische jeugd. Met z’n allen straatcompetitie spelen op de Dahliastraat of met oud en nieuw vuurwerk kijken bij de Chinees. ’s Zomers gingen we vaak weken op vakantie naar Marokko, maar altijd als we op de terugweg over de N-233 van Rhenen naar Veenendaal reden, dacht ik: Fijn! We zijn weer thuis.
Veenendaal is als een warm bad voor mij. Ik heb nooit ergens anders gewoond en zou ook nergens anders willen wonen. Ik ken hier alles en iedereen en heb hier bovendien een heel veilig gevoel. Alsof me hier niets kan overkomen. Het is een christelijke stad, maar met ruimte voor verschillende nationaliteiten. Dat vind ik zo mooi aan deze plek: het multiculturele.
Voetbal is de rode draad in mijn leven en daar kennen veel mensen mij ook van. Maar uiteraard is ook mijn gezin belangrijk. En mijn geloof. Mijn ultieme droom is dat iedereen vrij kan leven en iedereen ook evenveel heeft. Natuurlijk is dit een utopie, maar ik probeer er wel zelf een steentje aan bij te dragen door te delen waar ik kan. Als ik iemand kan achterlaten met een glimlach, dan heb ik mijn doel bereikt.’
Veenendaler #52 – Mourad Marbouh
‘Toen ik in 1998 als 17-jarig meisje uit Somalië vluchtte en in Nederland terecht kwam, was het erg moeilijk. Je komt in een vreemd land, spreekt de taal niet, maar er is ook nog eens weinig info en hulp voor het regelen van zaken als opleiding en financiën.
Om schoolspullen voor mijn broertjes en zusjes te kunnen betalen, ben ik meteen aan het werk gegaan. Van restaurantwerk tot appels plukken. Ik pakte alles aan wat ik pakken kon. Het was een moeilijke maar leerzame tijd. In sneltreinvaart moest ik de Nederlandse cultuur leren kennen, maar uiteindelijk ben ik daar ook sterker van geworden. En wist ik: de problemen en fouten waar ik tegenaan ben gelopen, daar wil ik andere vluchtelingen voor behoeden.
Zo ben ik een vrouw met een missie geworden. Ik help nieuwkomers om hun weg te vinden in Nederland. Waar kun je een opleiding volgen, hoe regel je financieel je zaken, bij welk loket kun je terecht voor hulp en vragen. Ook probeer ik ze uit te leggen hoe belangrijk is om de taal te leren en een baan te vinden. Niet afhankelijk zijn van anderen, maar op je eigen benen staan, je eigen brood verdienen.
Net zoals ik doe als alleenstaande moeder met drie dochters. Overdag help ik vrijwillig andere vluchtelingen, ’s avonds ben ik schoonmaker. En daar ben ik trots op. Want waarom zou ik minder zijn dan een chirurg of een directeur? Zonder schoonmakers zijn zij nergens.
Mijn tweede missie is dan ook: volg je hart. Laat je niet leiden door geld, maar kies waar jij het gelukkigst van wordt. Alles begint bij jezelf. Jij bent zelf het voorbeeld voor anderen.’
‘Ik ben de op één na oudste uit een gezin van 13 kinderen. Stuk voor stuk zijn we gezegende mensen en als ik terugdenk aan vroeger, dan denk ik vooral aan de fijne jeugd die ik heb gehad. Hoewel er zeker ook verdriet is geweest.
Ik ben geboren in het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog in Samarinda op Borneo. Mijn vader was KNIL-militair in de frontlinie en mijn moeder zat samen met mij en mijn oudste zus krijgsgevangen in een Jappenkamp. Hoewel ik hier zelf weinig van weet, ken ik wel het verhaal dat mij moeder mij vertelde over die ene Japanner die haar melk gaf of mij te kunnen voeden. Hieruit leerde ik al jong dat niet alles zwart-wit is. Niet alle goeden zijn goed. Niet alle slechten zijn slecht.
Eenmaal in Nederland spraken mijn ouders weinig over Indonesië. Ze zijn ook nooit meer terug geweest. Mijn moeder is jong overleden. Een altijd vrolijke vrouw, maar je voelde het verdriet. Pas in de laatste fase van mijn vaders leven, kwamen eindelijk de persoonlijke gesprekken. Die koester ik nog steeds.
Ik ben Rooms-Katholiek opgevoed en dat geloof helpt me nog steeds. Vooral hier in Veenendaal voel ik me omringd en versterkt. Ik zie zoveel geloven op één groot kussen hier. Ik ga dan ook graag met anderen mee naar hun kerk. Openstaan voor anderen. Respect hebben. Nieuwsgierig zijn. Dat zijn belangrijke dingen in het leven.
Net als positief in het leven staan. Ik ben een mensen-mens. Als ik door Veenendaal loop, maakt het niet uit waar of wie ik spreek. Ik knoop een praatje aan met iedereen en dat maakt mij gelukkig en blij.’
‘Ik kan me nog goed herinneren toen ik in september 2015 als student naar Wageningen kwam. Ik lag ’s nachts in mijn bed en kon mijn hartslag horen, zó stil was het. Een groot contrast met de altijd doorgaande geluiden van mijn geboortestad New Delhi. Alleen in die stad al wonen twee keer zoveel mensen als in Nederland.
Inmiddels is precies die rust juist wat ik zo fijn aan Veenendaal vind. Het bos is mijn favoriete plek. Vooral in de ochtend als je er reeën kunt spotten.
Het was de liefde die mij naar Veenendaal bracht. Als mijn vrouw hier niet vandaan kwam en hier geen familie had, dan was ik hier waarschijnlijk nooit terecht gekomen. Vooral ook omdat ik sinds mijn studie op meerdere plekken in Nederland heb gewoond. Maar eerlijk? Ik vind het hier fijn. Ook omdat het best heel divers en multicultureel is.
Toch zijn we niet gebonden aan één plek. Sinds we vorig jaar allebei onze baan hebben opgezegd en hebben besloten ons hart te volgen door ons te richten op plantaardige voeding en Indiase kookworkshops, ervaren we zoveel vrijheid. Het geeft ons de kans veel te reizen, maar ook op regelmatige basis, al dan niet voor langere tijd, naar India te gaan. Mijn familie hoef ik daardoor dus ook weinig te missen.
Ons doel is om ons bedrijf hier te laten groeien, zodat we met een gedeelte van die winst ook weer iets aan India kunnen teruggeven. Wat dat betreft zijn onze wensen simpel: groen, natuur en andere mensen helpen. En hopelijk ooit een bibliotheek in India kunnen bouwen. Dat zou echt de ultieme droom zijn.’
‘Ik woon pas net een jaar in Veenendaal, maar voel me hier nu al thuis. En dat terwijl ik getrouwd ben met een echte Fries en 21 jaar in Drachten heb gewoond. Maar altijd als ik naar Veenendaal kwam om mijn zoon te bezoeken, dacht ik: ‘Hier zou ik ooit wel eens willen wonen.’
Mijn verhaal begint echter in Oekraïne. Waar ik na de dood van mijn toenmalige man achterbleef met drie kinderen. We hadden het niet breed en werden door een Poolse christelijke hulpgroep uitgenodigd voor een zomer in Polen. Toevallig was ook mijn huidige man daar met vakantie. Na de zomer hielden we contact. We correspondeerden, bezochten elkaar en drie jaar later waren we getrouwd.
Als ik terugkijk op de afgelopen jaren, dan denk ik steeds opnieuw: God heeft dat voor mij geregeld. God heeft een plan en mijn leven is in zijn handen. Zoals de stap van Friesland naar Veenendaal. Ik wilde dichter bij mijn zoon en kleinkinderen zijn, maar werk vinden was lastig. Toen kon ik via mijn werkgever in Drachten voor de Gemeente Veenendaal aan de slag. Alsof het zo moest zijn.
Inmiddels zijn ook mijn twee andere kinderen veilig vanuit Oekraïne in Nederland. Dat is echt een pak van mijn hart. En hoewel de oorlog verschrikkelijk is en mij nog iedere dag emotioneert, zie ik ook dat uit slechte dingen iets goeds kan komen. Zoals al die mensen die spontaan hulp boden toen mijn kinderen deze kant op vluchtten.
Zelf zet ik mij ook in als vrijwilliger. Waar je woont, daar maak je deel van uit. Het is belangrijk daar ook zelf een bijdrage aan te leveren.’
Veenendaler #48 – Raisa Oppedijk
‘Al jaren sta ik regelmatig met mijn kraam op multiculti markten in Utrecht, Rotterdam of Amsterdam. Het is dan net alsof je in Suriname, Curaçao of ergens in Afrika bent. Toch zou ik Veenendaal voor geen goud willen inruilen voor een van die steden. Ik vind alles in Veenendaal leuk. Ik ben wat dat betreft een echte ‘Veense trut’.
Ik woon hier dan ook al vijftig jaar. Ik was achttien toen ik mijn man ontmoette in Paramaribo. Hij was een jaar gestationeerd vanuit de TRIS (Troepenmacht in Suriname). We werden verliefd, trouwden, ik raakte zwanger en we vertrokken aan het einde van zijn diensttijd naar Nederland. Omdat hij op kazerne in Ede zat, wilden we graag in de buurt wonen. En zo kwamen we in 1972 in Veenendaal terecht.
Als een van de weinige zwarte mensen was het begin absoluut wennen. Ik heb regelmatig gehad dat mensen stiekempjes naar mij en mijn zoon zaten te kijken. Maar gelukkig kon ik daar boven staan. Ik dacht gewoon ‘rare lui’.
Uiteindelijk maakt het ook niet uit hoe je afwijkt. Te dik, te dun, een kleurtje of niet. Het gaat erom dat je mensen waardeert om wie ze zijn. Je kan iemand wel voor de kop kijken, maar niet in de kop. Dat neemt uiteraard niet weg dat ik alles van iedereen accepteer.
Oprechtheid is belangrijk. Zoals oprecht excuses maken voor de slavernij. Zonder daar eerst maanden over te vergaderen. Het moet vanuit je hart komen. Wat geweest is, is geweest. Dat kun je niet veranderen, maar je kunt er wel van leren.
Ik ben in ieder geval ontzettend gelukkig hier in Veenendaal. Ik voel me een gezegend mens.’
Veenendaler #47 – Joyce Marsman
‘Ik was net drie weken geleden bevallen van mijn zoontje toen in Oekraïne de oorlog uitbrak. Het was één van de engste momenten in mijn leven ooit. Natuurlijk hoop je nooit in een dergelijke situatie te belanden, maar met een pasgeboren kind wordt alles nog eens extra op scherp gezet.
Ons eerste plan was om te vluchten naar Ierland, vanwege de taal. Toen dit door administratieve omstandigheden niet lukte, zijn we via Duitsland, Amsterdam en het Rode Kruis in Utrecht in Veenendaal terecht gekomen. Een hele fijne plek waar we ontzettend dankbaar voor zijn.
Als je vlucht, weet je niks en verwacht je niks. Het enige waar je op hoopt is hulp. En veilig zijn. Dat laatste is ook de reden dat het voor mij geen optie was om vanuit Kiev terug te gaan naar Nigeria, het land waar ik vandaan kom. Mijn zoon verdient een betere toekomst. Een veilige toekomst. Met grote dromen.
Mijn eigen dromen staan ondertussen stil. We hadden aanvankelijk nooit gedacht dat de oorlog zo lang zou duren. We dachten met een paar weken wel weer thuis te zijn. Nu pas dringt het tot ons door dat dit nog wel eens lang zou kunnen gaan duren.
Gelukkig is iedereen in Veenendaal ontzettend aardig. We worden aan alle kanten geholpen en iedereen is zó ontzettend vriendelijk. Ik voel me gewoon haast al thuis en vooral heel welkom. Dat is echt heel bijzonder.
Wat hierna komt weet ik niet. Op dit moment ben ik druk met de zorg voor mijn zoontje en landen in Veenendaal. Maar uiteindelijk hoop ik mijn studie, mijn werk en mijn toekomst weer op te kunnen pakken.’
‘Hoe komen een Mexicaanse en een Indiër in Veenendaal terecht? Nou, dat begon allemaal in 2011 tijdens een uitwisselingsprogramma in Italië. We ontmoetten elkaar, hielden contact, werden verliefd en kwamen uiteindelijk via onze studies en werk in Nederland en Veenendaal terecht.
‘Waarom Veenendaal?’, wordt ons vaak gevraagd. Nou, niet alleen omdat het goedkoper is dan Utrecht of Amsterdam, maar ook omdat het heel fijn wonen is hier. We wonen in een prachtige omgeving, hebben aardige buren en iedereen op straat zegt elkaar gedag. Het is hier schoon, gemoedelijk, veilig. Zelfs de temperatuur vinden we heerlijk! Alhoewel de onvoorspelbare regen wel wat minder is…
Alles is hier goed georganiseerd. Misschien soms wel iets té goed. Echte vriendschappen sluiten is soms lastig, omdat iedereen in zijn eigen bubbel leeft. Ook is het minder levendig op straat dan in Mumbai of Puebla. In India vind je op iedere straathoek wel een stalletje met eten en zijn de restaurants tot middernacht open.
Maar stiekem genieten we ook wel heel erg van de rust hier. We houden van fietsen en wandelen. We zijn zelfs bezig stukken van het Pieterpad te lopen. Dan ontdek je Nederland op zijn mooist! Niet de standaard tulpen, molens en klompen, maar gewoon het echte Nederland.
Dit beeld proberen we ook aan anderen te laten zien op ons Youtube kanaal. Met Spaans- en Engelstalige video’s delen we tips en ervaringen over hoe wij hier leven in Nederland. En om te laten zien hoe leuk Veenendaal is natuurlijk! Altijd als we bezoek krijgen van vrienden of familie, laten we ze de mooiste plekjes hier zien. Zodat ze daarna precies weten: ‘Oh dáárom Veenendaal!’
‘Het is inmiddels vijf jaar geleden dat ik in Veenendaal ben komen wonen. Een keuze die ik deels zelf, maar ook deels noodgedwongen heb gemaakt. Ik heb hiervoor 30 jaar in de Betuwe gewoond en kende Veenendaal al als een mooi en gezellig dorp. Dus toen ik vanwege een scheiding en slechter wordende gezondheid verhuizen moest, was Veenendaal de eerste plek die mij trok. Het was mijn nieuwe start.
Door mijn neuropathie, een progressieve aandoening van de zenuwen, en diabetes wist ik al een tijdje dat ik afgekeurd zou worden en uiteindelijk in een rolstoel zou belanden. Dit zijn uiteraard geen leuke dingen. Eerst vecht je ertegen, maar nu, drie jaar later, probeer ik vooral ook positief te blijven. Niet de focus op wat niet meer kan, maar juist op wat wél allemaal nog kan.
Zoals fotograferen. Mijn oude hobby die ik weer heb opgepakt. Ik ben de Fotovakschool in Amsterdam gaan doen en heb zelf allemaal aanpassingen aan mijn rolstoel gemaakt, waardoor het makkelijk wordt om te blijven fotograferen. Die tips deel ik weer op mijn website en hoop zo andere mensen weer te inspireren.
In Veenendaal zit ik bij fotoclub Camera Obscura en ben ik onder andere vaste fotograaf voor het Hoorcafé, Oogcafé, Veens Welzijn en het Veenendaal Fonds. Dit heeft mij ontzettend veel gebracht. Ik heb in korte tijd een groot netwerk opgebouwd en veel mensen leren kennen.
Natuurlijk kan ik sippen over dat ik in een rolstoel zit. En ja, qua toegankelijkheid kan er in Veenendaal zeker een hoop beter. Maar belangrijk is om ook positief te zijn. Niet alles is maakbaar, maar je kunt er wel wat van maken.’
‘Ik ben opgegroeid in Havana. Een grote stad, maar wel op een eiland met weinig contact met de rest van de wereld. Thuis hadden we geen internet en we moesten vaak van toeristen horen hoe het ‘buiten’ was. Toen ik dankzij een bezoek aan Mexico aan dat ‘buiten’ had geproefd, wist ik: ik wil meer. Ik wil hier weg. Een ander vrij leven opzoeken.
Zo belandde ik voor mijn studie in Madrid. Het oorspronkelijke plan was om daarna naar de Verenigde Staten te gaan. Maar toen ontmoette ik mijn huidige man tijdens een vakantie op Fuerteventura. Een Nederlander. Wonend in Veenendaal.
Het begin hier was lastig. Het was een grote overgang van het grote Madrid naar het kleine Veenendaal. Ik kende niemand, sprak de taal niet. Ik moest echt letterlijk opnieuw beginnen. Ik heb me de eerste twee jaar dan ook volledig op de taal gestort. Dit was heel intensief, maar zorgde er ook voor dat de Nederlandse wereld voor mij openging.
Inmiddels geef ik zelf taalles in Veenendaal. Sinds 2014 run ik samen met een vriendin een Spaanse taalschool. Iets dat ik van tevoren nooit had kunnen bedenken. Maar het is zo leuk! Ik heb er ontzettend veel mensen door leren kennen en het is fantastisch om zoveel leuke reacties van cursisten terug te horen. Daarnaast vind ik het zelf mooi om op deze manier ook mijn eigen taal en cultuur over te brengen. Zo voel ik me thuis, maar ook verbonden met mijn eigen roots.
Het mooiste aan Veenendaal vind ik de diversiteit. Dat je overal allerlei culturen tegenkomt. En, het allerbelangrijkst; dat iedereen er mag zijn.’
Veenendaler #43 – Aliet Santalla
‘Toen ik als klein jongetje begin jaren ’60 opgroeide in Ghazni, was Afghanistan een heel ander land dan nu. Er was een democratie, mannen en vrouwen mochten studeren en hadden vrijwel dezelfde rechten. Ook kwamen er veel buitenlandse toeristen en had ik een mooie functie als management directeur bij een nationale luchtvaartmaatschappij.
Helaas werd het vanaf begin jaren ’80 steeds onrustiger in Afghanistan. Omdat ik naast mijn baan ook politiek actief was, werd het voor mij steeds onveiliger om te blijven. In september 1999 kreeg ik een politieke asielstatus en zo belandde ik in Nederland. Eerst in het azc in Leersum , daarna een huis in Veenendaal.
Het begin hier was erg lastig. Ik was alleen hierheen gekomen en mijn vrouw en kinderen waren nog daar. Ook zijn er natuurlijk veel verschillen. Op gebied van taal, economie, technologie, maar ook zaken als geloof en zorgen voor je familie. Hier in Nederland vliegt iedereen op zijn achttiende het huis uit. Bij ons is het normaal als kinderen langer thuis blijven wonen en later ook voor de ouders zorgen.
Maar naast de verschillen zie ik vooral veel moois. Veenendaal is echt een top gemeente. Het is rustig en de mensen zijn ontzettend vriendelijk. Daar draag ik ook zelf graag een steentje aan bij. Ik ben bestuursvoorzitter geweest van de lokale Afghaanse Vereniging, zet mij in voor de Veense PvdA en ben onder andere vrijwilliger bij Museum Veenendaal.
Ook mijn kinderen wonen bijna allemaal nog hier. Ze zijn hier opgegroeid, getrouwd en hebben hun eigen bedrijf of restaurant gestart. Wat dat betreft ben ik echt een rijk man. En Veenendaal? Deze plaats zit na 23 jaar echt in mijn hart.’
‘Eigenlijk ben ik veel te laat alle gemakken gaan ontdekken van Veenendaal. Zoals het bos. Ik had het er tegen anderen altijd wel over hoe mooi groen het hier is, maar ik kwam hier eigenlijk nooit. Tot de pandemie uitbrak. Toen ben ik gaan wandelen en ontdekte ineens hoe mooi het bos echt is.
En dat terwijl ik hier ben opgegroeid. Ik was twee jaar oud toen ik vanuit Tanger verhuisde naar Veenendaal. Mijn vader was hier als gastarbeider naartoe gekomen en wij kwamen met het gezin na. Thuis werd geen Nederlands gesproken en ik heb de Nederlandse taal dus pas geleerd toen ik naar de basisschool ging.
Of ik me Nederlands, Veenendaals of Marokkaans voel? Eigenlijk geen van allen. Ik voel me gewoon neutraal. Vaak voel ik me pas een bepaalde identiteit als andere mensen er een label op plakken. Marokkaan als je iets fout doet, Nederlander als je iets goed doet. Dat is soms wel lastig. Ik blijf in de ogen van anderen toch vaak ‘die ene Marokkaan’.
Als comedian reis ik door heel Nederland. Maar op hoe meer plekken ik kom, hoe meer ik me realiseer: we hebben het echt goed hier in Veenendaal. Het is niet te klein, maar ook niet te groot. Het is gemoedelijk, maar er gebeurt ook een hoop.
De afgelopen jaren heb ik daar ook zelf een steentje aan bijgedragen. Als trouwambtenaar en als raadslid in de lokale politiek. Ik ben trots op wat ik hiermee heb bereikt en hoop voor de toekomst ook op cultureel vlak weer meer te kunnen betekenen in Veenendaal.'
Veenendaler #41 – Saïd el Hassnaoui
‘Ik zat in oktober 1999 nietsvermoedend met vrienden in een pub in Takayama, toen Eric ineens binnen kwam lopen. ‘Ach, gewoon een Nederlandse toerist’, dacht ik. Maar daar dacht hij anders over. Hij haalde alles uit de kast om mijn hart te veroveren en 11 maanden later stapten we in Utrecht in het huwelijksbootje.
We besloten in eerste instantie vijf jaar in Japan te gaan wonen en daarna vijf jaar in Nederland. Zo konden we elkaars cultuur leren kennen en een keuze maken waar te gaan wonen. Ik wilde echter helemaal niet weg uit Japan. Ik had een goedlopende Engelse taalschool, familie, vrienden… Maar toen Eric na 17 jaar heimwee kreeg, besloot ik dat het goed was om ook hem tegemoet te komen en verhuisden we naar Veenendaal. De plek waar hij is opgegroeid en waar zijn familie vandaan komt.
Maar wat vond ik het verschrikkelijk in het begin! Nederlanders zijn in sociaal opzicht zo anders dan Japanners. Ik heb ontzettend moeten wennen aan de directheid en het feit dat hier het individu voorop staat in plaats van de groep. Ik vond dat ‘egoïsme’ de eerste twee jaar heel lastig om mee om te gaan.
Maar nu? Nu vind ik het heerlijk! Ik voel me zoveel vrijer hier. Ik heb altijd veel gereisd en was in Japan altijd een beetje het buitenbeentje. Hier in Nederland kan ik veel meer mijzelf zijn. En ik heb in Veenendaal ook echt mijn draai gevonden. Ik zwem, ik tennis, doe vrijwilligerswerk bij Landgoed Prattenburg en Kasteel Amerongen.
Eric en ik grappen wel eens dat ik inmiddels meer Nederlands ben dan hij en hij meer Japans dan ik. Wie had dat op die avond in 1999 kunnen denken…’
‘Ik ben geboren in het midden de toenmalige Sovjet-Unie. Een afgelegen gebied in het zuiden van de Ural regio, met extreme temperaturen.
Nadat ik mijn master in Engineering had afgerond, wilde ik wat anders zien dan de lange Russische winters en vertrok voor een zomer naar de Verenigde Staten. Dit was als een droom die uitkwam. Alles wat ik ooit op tv had gezien, zag ik nu in het echt. Bovendien ontmoette ik ook nog eens een fantastische man. Het was liefde op het eerste gezicht en binnen drie maanden waren we getrouwd.
De droom spatte uit elkaar toen hij na twee jaar verongelukte. Letterlijk ziek van verlies keerde ik terug naar mijn ouders in Rusland. Maar niet lang daarna kreeg ik een baan aangeboden bij een Amerikaans bedrijf en vloog ik heel Europa door voor conferenties. En daar, op die laatste conferentie in Den Haag, werd ik weer verliefd. Op Nederland. De mensen waren zó vriendelijk, zó open, zó tolerant. Daar wilde ik meer van weten. Dus ging ik terug. Voor de tulpenvelden. Maar ik bezocht ook een filiaal van ons bedrijf in Ede, waar toevallig een vacature uitstond. Ik solliciteerde, kreeg de baan én een appartement in Veenendaal.
En eerlijk? Ik vind Veenendaal fantastisch. Het is rustig, het is groen, het ligt centraal. Ik ga dansen bij La Vita en zwemmen bij het zwembad. Mijn collega’s snapten er niks van toen ik besloot een huis te kopen in het Petenbos, maar ik heb het hier ontzettend naar mijn zin.
Wat ik mis aan Rusland? Behalve mijn vrienden en familie niks. Uiteindelijk maakt het ook niet uit waar je woont. Zolang je maar ergens bent met fijne mensen en waar je veilig kunt zijn.’
‘Ik ben in 1957 geboren in Ierland. Een prachtig land, maar tegelijkertijd een klein, dorps eiland, waar iedereen op dezelfde manier wordt opgevoed en iedereen elkaar kent. Op mijn twintigste heb ik dus de boot gepakt. Op naar het vasteland en – met de avonturen van Jack Kerouac in mijn achterhoofd – met het plan om via Frankrijk naar India te liften. In India ben ik uiteindelijk nooit beland, maar ik heb wel veel andere landen gezien. Ik reisde en werkte met de seizoenen mee. Het was een heel andere tijd dan nu. Liften kon nog gewoon en ik kwam onderweg de gekste, mooiste en meest bevlogen mensen tegen.
Uiteindelijk ben ik min of meer per toeval in Veenendaal terecht gekomen. Ik zocht werk en kon aan de slag bij bouwbedrijf Van Elst. Ook ontmoette ik mijn huidige vrouw. Ja, en dan ga je langzaam settelen. Je krijgt kinderen en krijgt behoefte aan andere zaken. Aan een vaste basis. Mijn motto in het leven is: Je moet er zelf wat van maken. Waar je ook woont of bent. Het leukst aan Veenendaal vind ik van die kleine typische winkels als Jansen op de Nieuweweg. Wat je ook zoekt, je kunt het daar vinden.
Wat ik het meest mis, is een poppodium. Of een andere plek waar jongeren hun talent kunnen ontplooien. Want er is hier zoveel talent. Ik word er emotioneel van als ik eraan denk. Geef deze jongeren een schouder om op te staan. Om te kunnen groeien. Zelfvertrouwen te kweken. Zodat ze het gevoel krijgen dat ze ertoe doen. Dat is misschien wel het allerbelangrijkst in het leven.’
‘Ik was bijna dertig jaar toen ik samen met mijn vrouw en ons gezin het warme Curaçao verruilde voor het koude Nederland. De reden was dat ik een betere toekomst wilde voor mijn kinderen. Na jarenlang twee banen te hebben gehad, wilde ik bouwen aan ons gezin en onze toekomst. Dit lukte gelukkig snel, want mijn vrouw vond vrijwel direct een baan bij de Ritmeester sigarenfabriek en ik ging aan de slag bij SKF.
De stap naar Nederland zag ik vooral als een groot avontuur. Zo herinner ik mij dat ik tijdens een nachtdienst voor het eerst sneeuw naar beneden zag vallen. Ik ben meteen naar buiten gerend om een sneeuwbal te maken.
Uiteindelijk heb ik ruim 36 jaar bij SKF gewerkt. Vooral in de begintijd waren we met veel gastarbeiders uit Spanje en Marokko. Als ik deze oud-collega’s nu tegenkom, dan voelen ze nog steeds als familie. Oorspronkelijk was het plan dat mijn vrouw en ik na ons pensioen terug zouden gaan naar Curaçao. Helaas heeft zij negen jaar geleden twee hersenbloedingen gehad, waardoor zij nu in een verpleegtehuis zit. Twee keer per dag ga ik naar haar toe. Om te praten en te bidden.
Inmiddels woon ik alweer 42 jaar in Veenendaal en voel ik me ook echt een Veenendaler. Ik vind het fijn om hier te wonen. Ik ben een rustig mens. Een grote stad is mij te druk. Echt toekomstplannen heb ik verder niet. Het enige dat ik iedere dag aan God vraag, is om mijn kinderen en kleinkinderen goed op te zien groeien. Dan ben ik gelukkig.’
‘Ik ben geboren in Aurich. Een klein dorp met veel boerderijen in het noorden van Duitsland. Op mijn tiende zijn we verhuisd naar Bünde, waar ik onder andere met de opleiding sociaal pedagogisch medewerker ben gestart.
In 2012 heb ik via internet mijn vriend ontmoet. Een Veenendaler. Een aantal jaar hebben we vooral weekenden heen en weer gereisd, maar nadat ik vorig jaar ben afgestudeerd, ben ik definitief deze kant opgekomen.
Hoewel Duitsland en Nederland dicht bij elkaar liggen, is de cultuur toch echt wel verschillend. De mensen zijn hier veel opener. Ze glimlachen vaker en op straat zeggen vreemden gewoon gedag tegen elkaar. En al die fietsen! Ik heb er nog nooit zoveel gezien!
Meteen bij aankomst heb ik mij ondergedompeld in de Nederlandse taal. Ik ben aan het werk gegaan via een uitzendbureau en heb vele uren in de bieb gespendeerd. Met succes, want inmiddels heb ik een baan in de kinderopvang en doe ik dus precies waar ik voor ben opgeleid.
Sinds dit jaar ben ik ook actief als vrijwilliger bij de scouting. Ik had hier nog nooit van gehoord, maar het is zó leuk! De hele dag buiten zijn, creatief zijn en samen met de kinderen spelletjes doen. Sowieso vind ik Nederlanders heel gezellig.
Missen doe ik vooral mijn ouders en mijn zusje. Maar aan de andere kant: ik voel me hier echt gelukkig. Ik ben samen met mijn vriend, mijn 2 hondjes en doe werk waarin ik echt mijzelf kan zijn. Dat is echt geluk!’
‘Ik ben denk ik niet echt wat je noemt een doorsnee ‘jongere’. Uitgaan is niet aan mij besteed en als je mij vraagt wat ik mis in Veenendaal, dan is dat eigenlijk heel erg weinig. Ik vind het namelijk top geregeld hier. Het is de perfecte combi tussen dorp en stad en je hebt van alles precies genoeg.
Veenendaal is dan ook echt mijn thuis. Ik ben geboren in Ede, maar dit is de plek waar ik vanaf mijn vierde ben opgegroeid. Het is de plaats die mij heeft gemaakt tot wie ik ben. En als ik terugkom van vakantie ben ik gelukkig als ik het bord Veenendaal weer zie.
Het toffe aan Veenendaal vind ik dat het altijd in ontwikkeling is. Terwijl andere plaatsen soms jarenlang hetzelfde blijven, staat het hier nooit stil. Veenendaal groeit constant en dat heeft iets magisch. Het is bovendien een smeltkroes van allerlei culturen. Die veelzijdigheid vind ik mooi.
Tegen jongeren van mijn leeftijd zou ik dan ook willen zeggen: kijk eens wat verder dan Utrecht of Amsterdam. Probeer eens in Veenendaal te doen wat je anders elders zou halen. Support your locals en leer je woonplaats beter kennen. Je hebt hier meer dan je denkt. Je moet het alleen willen zien.
Zelf geniet ik vooral van de kleine dingen. Een koffietje bij de Fazant, genieten van de natuur of een biertje bij de pub. Ook wandel ik iedere zaterdag als vrijwilliger met de 82-jarige Hilde. En ik zal je zeggen, als je je in Veenendaal verveelt, zet je dan ook eens op deze manier in voor een ander, want met Hilde is het echt nooit saai!’
‘Kijk hier, aan de Groene Grens. Als je de kant van Ede opkijkt is het prachtig, maar als je de kant van Veenendaal opkijkt… Alles wordt ingebouwd. Vroeger zag je hier hertjes lopen. Nu wordt al het groen ingepikt. En dan zijn ze zelfs nog niet eens klaar! Maar ja, wat kun je doen? Ik zit erover te denken om misschien de lokale politiek in te gaan. Dan kun je echt iets veranderen en betekenen.
Toen ik in 1999 met een studiebeurs vanuit Budapest naar Nederland kwam, had ik nooit kunnen bedenken dat ik hier zou blijven. Laat staan dat ik hier politiek actief zou willen zijn! Hoewel ik wel altijd rechten heb willen studeren. Maar het leven loopt zoals het loopt en hoewel ik na mijn jaar International Business School in Breda wel rechten had kunnen doen in Budapest, besloot ik hier te blijven. Verliefd en op zoek naar vrijheid.
Voor mijn ouders was die stap wel een schok. En als 22-jarige besefte ik op dat moment ook niet wat ik eigenlijk allemaal achterliet. Nu voel ik me wel eens schuldig. Ook omdat mijn ouders op leeftijd raken en ik niet zomaar langs kan voor een kopje koffie. Dat is wel moeilijk soms.
Inmiddels woon ik alweer zes jaar met mijn huidige man in Veenendaal. Naast mijn baan sport ik, ben ik gastvrouw bij Theater Lampegiet, vrijwilliger bij het filmhuis, de Avondvierdaagse en het stembureau. Je komt zoveel mensen tegen op die manier. Dat is echt ontzettend leuk. Maar ik denk dan ook: wat kan ik nog meer betekenen? Stilzitten is niks voor mij. Waar ik woon, wil ik mijn stem laten horen.’
Veenendaler #35 – Henriett Madácsi
‘Als mensen mij vragen naar mijn identiteit, dan omschrijf ik mijzelf vaak als een boom. Mijn wortels liggen daar, verscholen onder de grond. Maar de boom zelf - de bladeren, de takken -, die staat hier.
Ik was pas een paar maanden oud toen ik vanuit Sri Lanka naar Nederland kwam. Samen met, van wie ik toen dacht dat het mijn tweelingbroer was, ben ik geadopteerd en terecht gekomen in Dinxperlo. Op mijn achttiende kwamen we erachter kwamen dat mijn broer en ik helemaal geen familie van elkaar zijn. Later bleek nog veel meer niet te kloppen en dat er op grote schaal mensenhandel in het spel is geweest.
Ik heb best wel geworsteld met mijn identiteit en heb veel stappen moeten zetten om te komen waar ik nu ben. Maar ik wil niet zielig doen. Ik heb het hier goed met een goede baan, een sterke vrouw, drie kinderen en een ontzettend fijn netwerk van dierbare vrienden om mij heen.
Ik ben sinds 2004 meerdere keren naar Sri Lanka geweest en merk dat die trips goed zijn voor mijn helingsproces. Maar daar wonen zou ik niet kunnen en zou ik ook niet willen. Ik woon inmiddels 16 jaar in Veenendaal en hoewel ik, toen ik net vanuit de Achterhoek hiernaartoe verhuisde, in het begin ontzettende heimwee heb gehad voel ik me hier nu echt thuis. De omgeving is prachtig, we hebben een fantastisch huis aan het water. Als ik één ding zou mogen wensen, dan is dat om misschien ooit dichter bij het bos te wonen. Maar weg uit Veenendaal? Nee, dat ga ik niet meer.’
Veenendaler #34 – Anushka Huinink
‘Ik denk dat veel Nederlanders zich niet realiseren in wat voor prachtig vrij land ze leven. Pas als je weet hoe het is om in een dictatuur te leven, besef je hoeveel vrijheid je hier hebt. En dat democratie een groot goed is.
Ik ben dan ook ontzettend dankbaar dat ik na Cuba in Veenendaal mijn tweede thuis heb gevonden. Dit is echt mijn plek. Ik ben hier voor het eerst naar school gegaan, heb mijn eerste baan gekregen, mijn eerste eigen huis gevonden, lieve vrienden ontmoet.
Veenendaal heeft heel veel te bieden. Natuurlijk, Amsterdam is ook leuk, maar vooral voor toeristen. Veenendaal laat veel beter zien wat typisch Nederlands is. Zoals wandelen in de natuur. Dat is echt iets wat Nederlanders graag doen. En wij ook inmiddels. Heerlijk is het! Naar het bos of naar Kwintelooijen. Je wordt er rustig van.
Maar het allerliefst fotografeer ik. Ik heb zelfs een Instagram-account met foto’s van Veenendaal. ‘Veenendaal in plaatjes’ heet het. En het leuke is, hoewel ik hier pas anderhalf jaar wonen, vragen mensen vaak aan mij waar een bepaalde foto is genomen.
Voor de toekomst wil graag iets teruggeven aan Veenendaal. Goed Nederlands leren, mijn eigen fotostudio starten. Ik wil echt bijdragen aan de maatschappij en daar ook deel van uitmaken. Dit is mijn tweede vaderland geworden en daar ben ik ontzettend dankbaar voor.’
Veenendaler #33 – Andy
‘Toen ik 20 jaar geleden van Tel Aviv naar Veenendaal kwam, was dat met recht een cultuurshock te noemen. Van het ‘Barcelona van het Midden Oosten’, waar het leven 24/7 doorgaat, naar een calvinistisch dorp waar op zondag alles stil is. In het begin kon ik niet classificeren of bepaalde dingen typisch Nederlands of juist typisch Veenendaals waren. Pas later leerde ik dat verschil te herkennen.
Als ik Nederland vergelijk met Israël, dan zijn Israëliërs over het algemeen een stuk spontaner en uitbundiger dan Nederlanders. Ze hebben het er wel eens over dat mensen in Nederland direct zijn, maar dat is niks vergeleken met de openheid van de Israëliërs. Alhoewel ik moet toegeven dat Israëliërs ook veel botter zijn. Ongeduldiger en temperamentvoller.
De liefde waarvoor ik naar Veenendaal kwam is inmiddels voorbij. Het zijn mijn twee jongens waarom ik hier nog steeds ben. Als ik hen niet had gehad was ik hoogstwaarschijnlijk terug naar Israël gegaan. Alhoewel ik dat niet zeker weet. Ook daar gaat het leven door en is het niet meer het Israël van 20 jaar terug dat ik in mijn hoofd heb.
Soms vraag ik mijzelf af: Waar hoor ik eigenlijk? Het is alsof ik tussen wal en schip balanceer. Niet meer thuis daar, maar ook niet thuis hier. Aan de andere kant, misschien is er geen definitief antwoord op die vraag, maar is er alleen een leerzame ontdekkingsreis via een weg zonder bestemming.’
‘Of ik een echte Veenendaler ben? Ja en nee. Als je in mijn paspoort kijkt, dan staat er als geboorteplaats Renswoude, oftewel Stichts Veenendaal. Ik ben geboren tussen de 1e en de 2e Melmseweg, langs de Nieuweweg, als één van de vijf kinderen van een katholieke melkboer. Geen typisch Veenendaals gezin en eigenlijk voel ik me wat dat betreft ook geen echte Veenendaler. Ook al woon ik hier al mijn hele leven.
En ja, in dat leven is in Veenendaal een hoop veranderd! Vroeger kende ik alle straatnamen. Ik wist precies wie waar woonde. De kolenboer, de kapper, de slager... En als ik vanuit mijn huis naar buiten keek, dan zag ik weilanden. Hoe anders is dat nu. Veenendaal is ontzettend gegroeid. En niet alleen letterlijk. Ik zeg wel eens: Veenendaal is volwassener geworden. Vrijer. Er kan meer en er wordt ook beter naar de wensen van mensen geluisterd.
Wat ik wel jammer vind, is dat er zoveel mooie oude gebouwen zijn gesloopt. Een groot deel van de historie is verdwenen en ligt nu verscholen achter strakke gevels. Ook de vele fabrieken zijn bijna allemaal verdwenen. Maar de Lantor, waar ik ruim 40 jaar heb gewerkt, die staat er nog.
Vroeger schaamde ik me nog wel eens voor Veenendaal. Nu niet meer. En misschien voel ik me dan wel geen echte Veenendaler, ik wil hier toch nooit meer weg.’
‘Het is inmiddels 23 jaar geleden dat ik vanuit Spanje met de trein naar Nederland kwam voor de liefde. Dat klinkt heel romantisch, maar was daarnaast ook een praktisch besluit. We wilden samen zijn en in Nederland was meer werk te vinden, dus was de keuze snel gemaakt.
Ik ben iemand die bij de dag leeft. Dat Nederlanders alles doen en leven volgens hun agenda, dat vond ik in het begin erg wennen. Zomaar ergens langsgaan is er eigenlijk niet bij en als je dan vraag wanneer ze wel tijd hebben, dan is dat soms pas over een máánd! Daar snapte ik echt niks van. Ik wilde gewoon spontaan naar buiten en nieuwe contacten opdoen.
Inmiddels heb ik mijn draai hier gelukkig gevonden en vind ik het superfijn om in Veenendaal te wonen. Het is een perfecte plek om te wonen met kinderen en ook de natuur en de bossen in de buurt zijn heel mooi en verrassend.
Ik voel me zeker Veenendaler, maar aan de andere kant zou ik ook overal kunnen wonen. Zolang het maar enigszins in de buurt van mijn familie in Spanje is. Of ik ooit terugga weet ik niet. Ergens droom ik er nog wel van om ooit een tijdje in een grote stad te wonen. Dan zou ik zomaar Utrechter kunnen worden. Of Rotterdammer. Je weet maar nooit wat het leven je brengt.’
‘Hoe je van Santiago de Chile in Veenendaal terecht komt? Door de liefde. Hij was 5 jaar geleden met een vriend op vakantie en ik werkte in het hotel waar hij verbleef. Daar hebben we elkaar voor het eerst ontmoet. Een tijd lang hadden we vooral contact op afstand en dat was heel erg moeilijk. Toen hakte ik de knoop door. Ik zegde mijn baan op, nam mijn honden mee en toen zat ik hier. In Veenendaal.
Hoewel ik had verwacht dat de overgang van een drukke stad naar hier groot zou zijn, viel dat ontzettend mee. Ik geniet juist van de rust. Bovendien heb je in Veenendaal alles wat je nodig hebt. Wel wilde ik graag iets doen. Iets toevoegen aan de plek waar ik nu woon. Zo is het idee voor een ecolodge ontstaan. Een duurzame overnachtingsplek aan de rand van Veenendaal. Midden in de natuur, met lokale producten en in iedere kamer elementen die verwijzen naar mijn roots.
Chili zelf mis ik niet. Mijn familie daarentegen, die mis ik des te meer. Vooral mijn ouders en mijn zusje. Hier is familie vaak alleen het eigen gezin. Bij ons is familie alles. Van opa’s en oma’s tot neefjes en nichtjes.
Maar mijn toekomst nu? Die zie ik hier. Met mijn liefde, mijn dieren en natuurlijk onze ecolodge. Daar ga ik helemaal voor. Als het aan mij ligt zijn wij volgend jaar de beste B&B van Nederland.’
‘Eerlijk? Ik zou je niet kunnen zeggen wat nou 'typisch Veens' is. Maar ik weet wel dat toen ik nog als internationaal vrachtwagenchauffeur reed en eens in de zoveel tijd voor een paar weken in Engeland moest zijn, ik bij thuiskomst altijd heel blij was wanneer ik het bord 'Veenendaal' weer zag. Dan was ik pas écht thuis. Het is een gevoel dat je niet echt kan omschrijven. Ik ben gewoon heel erg gehecht aan deze plek.
Maar ik heb ook een sterke band met de provincie Utrecht. Iets wat denk ik voortkomt uit de vroegere rivaliteit tussen Veenendaal en Ede. Tussen Stichts en Gelders. Die strijd was er toen heel erg sterk. Net als het saamhorigheidsgevoel. Vroeger had je La Riche en de Old Inn. Dat waren de enige twee kroegen in Veenendaal en de plekken waar iedereen kwam. Tegenwoordig ga ik niet zoveel meer naar de kroeg, maar ik vind zo'n zelfde saamhorigheidsgevoel wel bij de triatlonvereniging hier. Niet dat deze club zo typisch Veens is, maar er heerst wel een grote betrokkenheid. Dat vind ik ontzettend fijn.
Veenendaal is prachtig. Het is de plek waar ik geboren en getogen ben en al bijna 50 jaar woon. Ik ben er trots op Veenendaler te zijn. Het zit in mijn hart.'
'Het was liefde op het eerste gezicht. Nou ja, met mijn man dan. Niet met Veenendaal. Hoewel ik wel door hem en de liefde hier ben beland, 19 jaar geleden. Ik vond het in eerste instantie ontzettend wennen en voelde me als buitenstaander een vreemde eend in de bijt. Gelukkig is dat inmiddels wel veranderd en durf ik ook echt te zeggen dat Veenendaal mijn thuis is.
Want eerlijk? Wat is het hier toch prachtig én wat is er ook veel mogelijk! Misschien dat het komt omdat ik mijzelf graag voor dingen inzet, maar als ik zie wat hier allemaal gebeurt... Dat vind ik ontzettend gaaf. En ook heel belangrijk. Want we moeten samen deze wereld een beetje mooier maken. En ons daar ook voor inzetten.
Dat is ook de reden dat ik de lokale politiek in ben gegaan. Om van betekenis te zijn en écht iets voor elkaar te krijgen. Het liefst loop ik letterlijk de wijk in ga ik daar samen met de mensen aan de slag om het verschil te maken. Dat is toch prachtig?
Ik vind dat vrouwen best wel wat meer van zich mogen laten horen. Dat we laten zien dat we van waarde zijn. En elkaar kunnen versterken. Ik geloof oprecht dat als wij vrouwen meer samen op zouden trekken, dat we zo het hele land over zouden kunnen nemen. Met mij als vrouwelijke minister-president? Haha! Misschien... Maar eerst ga ik me lokaal inzetten tegen zwerfafval én voor een Klompenpad in Veenendaal. Want zeg nou zelf, van zulke mooie natuur, daar moet toch iedereen van kunnen genieten?'
'Als ik Veenendaal zou moeten omschrijven, dan zou ik zeggen dat het een ruwe bolster is. Lange tijd is het een afgesloten bubbel geweest, maar langzaam breekt deze steeds meer open. En dat is goed, want qua diversiteit en representatie van verschillende doelgroepen valt hier nog wel wat te winnen.
Verschillende nationaliteiten of LHBTI'ers; ze zijn er wel, maar durven zich vaak niet goed te laten zien. Alles wat maar een beetje anders is, valt meteen op. Dat is ook de reden dat ik bij de jongerenraad ben gegaan. Omdat ik op wil komen voor gelijke rechten voor iedereen. Dat iedereen zichzelf kan zijn, ongeacht nationaliteit, ras of gender.
De Gemeente Veenendaal heeft als ideaal om een jongerenleefstad te zijn. Alleen stroken hun plannen nog niet echt bij hun idealen. Zo blijft jongerenhuisvesting een lastig punt en is hier verder ook weinig te doen als je kijkt naar uitgaan of activiteiten.
Sowieso mag politiek Veenendaal nog wel meer burgergericht zijn. Zichtbaarder en meer benaderbaar. Met de jongerenraad zijn we erg actief op social media. Ook gaan we regelmatig scholen langs en proberen we jongeren zo echt te betrekken en mee te laten denken. Of ik later zelf de politiek in wil? Zeg nooit nooit, maar op dit moment heb ik die ambitie niet. In ieder geval niet als politicus. Ik zie mijzelf wat dat betreft eerder als activist. Iemand die vanuit die hoek strijdt voor idealen. En idealen, die heb ik genoeg.'
'Zullen we meteen naar buiten lopen? Dan kan ik je direct laten zien waarom ik het hier in het Petenbos zo prachtig vind. Kijk, we hebben net een nieuwe speeltuin gekregen. De kinderen in de buurt mochten van de wethouder zelfs meedenken welke speeltoestellen ze graag wilden. Fantastisch toch?
Ik wil echt een lans breken voor Veenendaal. Nog veel te vaak heeft deze plaats een suf en stoffig imago als saai biblebelt dorp, maar dat is echt niet zo. In de 40 jaar dat ik nu in Nederland én in Veenendaal woon, heb ik deze plek echt zien veranderen. Maar ook toen ik in januari 1978 als 18-jarig meisje met mijn Nederlandse man vanuit Duitsland hier naartoe verhuisde, werd ik met open armen ontvangen. Ik sprak nog amper Nederlands, maar iedereen deed zijn best om mij te helpen.
In de media wordt vaak gesproken over racisme, maar daar heb ik eigenlijk nooit wat van gemerkt. Ik heb juist het gevoel dat Nederlanders erg open zijn en open staan voor andere culturen. De mensen hier kijken naar elkaar om. Dat is ontzettend fijn. En dat het wat behouden is? Dat maakt me niet uit. Ook dat is een deel van Veenendaal. Maar het is fijn dat het naast elkaar kan en mag bestaan. Dat je op zondag én kan winkelen én naar de kerk kan gaan.
Alles heeft zijn voors en tegens. Dat we kunnen en mogen kiezen is een groot goed. Ik voel me inmiddels meer Nederlands dan Duits. En ook al heb ik misschien geen Veens accent, ik ga hier niet meer weg. Ik ben heel dankbaar dat ik hier terecht ben gekomen en geniet nog iedere dag van deze prachtige plek.'
'Ik ben geboren in Israël. Een prachtig land. Als ik niet getrouwd was geweest, dan zou ik daar nu weer wonen. Maar je kan het leven niet voorspellen. Net zoals ik nooit had kunnen denken dat ik nu in Veenendaal zou wonen. We zijn net 2 weken geleden verhuisd vanuit Capelle aan den IJssel.
Waarom Veenendaal? Omdat het hier groen is. We waren toe aan een nieuwe plek, een nieuwe stad en waren vooral op zoek naar een modern huis in een groene omgeving. En zo is het Veenendaal geworden. Maar het had net zo goed ergens anders kunnen zijn. Net zoals dat ik in Brazilië geboren had kunnen zijn. Of in Amerika.
Mijn ouders zijn van oorsprong Roemeens en geëmigreerd naar Israël. Maar ik heb familie over de hele wereld. Zelf heb ik ook 25 jaar lang de hele wereld over gezeild. Misschien pas ik me daarom wel zo makkelijk aan. Je bent thuis daar waar je je goed voelt. En nu is dat hier. In dit huis. We waren meteen verliefd en voelen ons hier, ook al wonen we er pas net, echt al thuis.
Wat we hier hopen te vinden? Lekker eten! We zijn dol op koken en eten en kijken ernaar uit nieuwe restaurants te ontdekken hier. Ergens helemaal opnieuw beginnen is een uitdaging. Maar wel een positieve uitdaging. We zien het als een groot avontuur waarvan we het einde niet weten.'
'Ik woon nu al 21 jaar in Nederland, maar nooit eerder heb ik het aangedurfd om in het openbaar een dishdasha te dragen. Tot de Week van de Landverhuizers. Toen ik werd gevraagd tijdens de modeshow traditionele kleding van Irak te laten zien. Ik voelde me zó bijzonder! Ik heb alle foto's meteen naar mijn familie en vrienden in Irak gestuurd. Iedereen was zo verbaasd. Dat dit hier zomaar kon. Dat was echt een bijzonder moment.
Iedereen met een Nederlands paspoort is een Nederlander. Maar ook als je (nog) geen Nederlands paspoort hebt, kun je je wel Nederlander voelen door in de maatschappij te integreren. In Irak studeerde ik werktuigbouwkunde. Deze studie heb ik daar helaas nooit af kunnen maken. Maar eenmaal in Nederland heb ik alsnog de HBO studie Bouwkundig Ingenieur afgerond. In Veenendaal staan ook veel mooie gebouwen. De Brouwerspoort en Veenendaal-oost maken Veenendaal groot en bijzonder.
Mijn levensmotto? Wat er ook gebeurt, blijf altijd positief. Ik heb zelf een niet-aangeboren auditieve beperking, maar zet mij via de Hoormij Stichting in als vrijwilliger. Ondanks mijn gehoorverlies wil ik graag nog iets betekenen voor de maatschappij. Mijn droom? Toegankelijkheid voor álle mensen met een beperking. Ik kies niet voor vluchten. Ik kies voor vechten.'
'Mijn accent is vaak het eerste dat mensen opvalt. Ze zien het niet, maar horen wel dat ik hier niet oorspronkelijk vandaan kom. Inmiddels woon ik alweer 16 jaar in Veenendaal en voel ik mij een Zuid-Afrikaanse Veenendaler. Ik ben hier dan misschien niet geboren en getogen, maar ik heb deze plek wel in mijn hart gesloten.
Veenendaal is voor mij een veilige plek. Veel veiliger dan Zuid-Afrika. Ik noem het gekscherend wel eens het grootste dorp van Nederland. De mensen hier zijn vriendelijk, maar soms wel lastig om doorheen te prikken. Gelukkig laat ik me daar niet door weerhouden en heb ik als missie om mensen met elkaar te verbinden. Ik ben actief betrokken op allerlei vlakken en heb ik inmiddels heel veel fijne mensen om mij heen. Ik kom hier dan misschien niet vandaan, maar ik ga hier voorlopig niet meer weg!'
'In juni 1994 ben ik van Congo naar Nederland gevlucht. In eerste instantie kwam ik in een opvangcentrum boven Meppel terecht en daarna heb ik ongeveer 3 jaar in Leersum gezeten voordat ik in september 1997 naar Veenendaal kwam.
Het begin in Nederland was lastig. Ik sprak de taal niet en moest erg wennen aan het feit dat iedereen hier meer voor zichzelf leeft. Zomaar contact leggen was lastig. Gelukkig heeft de kerk mij daar ontzettend bij geholpen. Ik werd open ontvangen en opgenomen in de gemeente. Ze hebben me geholpen met het leren van de taal, het vinden van werk en het vinden van een huis. Maar, belangrijker nog, ze hebben me geholpen met het vinden van een thuis.
Ik voel me 100 procent Nederlander/Veenendaler. Als ik op vakantie ga naar Congo voel ik me daar een buitenlander. Ik herken me niet meer in de mentaliteit. Soms is dat wel gek. Het is en blijft immers toch mijn moederland. Maar als ik er ben, dan wil ik na 3 weken echt weer weg. Terug. Naar huis. Naar Nederland. Mijn thuis.'
'Ik woon inmiddels al 22 jaar in Veenendaal en van begin af aan voelt het goed. Ik ben in 1997 voor de liefde vanuit Oekraïne naar Nederland gekomen. Wat me als eerste opviel? Dat het hier zo kleurrijk is. En dat de mensen zo vriendelijk zijn. Hierdoor voelde ik me direct welkom. Ook nu, zoveel jaar later, realiseer ik me met terugwerkende kracht hoeveel Veenendaal mij heeft gegeven. Ik heb hier zoveel kansen gekregen en zoveel dingen kunnen doen.
Met mijn theaterachtergrond heb ik lesgegeven, geregisseerd, mooie projecten en vrijwilligerswerk gedaan. Doordat je zelf actief dingen doet in je woonplaats, verbind je je ook met die plek. Ik voel me dan ook echt een trotse Veenendaler. Met als hoogtepunt het bezoek van de Koningin aan onze stad in 2012. Toen was ik zó trots! Op ons, op Veenendaal. Wat was dat een prachtige dag!
Terug naar Oekraïne zou lastig voor mij zijn. Natuurlijk koester je waar je vandaan komt en ga ik ook ieder jaar terug voor mijn ouders en familie, maar er is daar in al die jaren zoveel veranderd, dan zou je weer helemaal opnieuw moeten beginnen. Bovendien zijn mijn man en dochter hier. En zitten mijn wortels inmiddels ook diep in de Veense grond. Ik ben gewoon een heel blij mens dankzij Veenendaal. Je kan hier echt jezelf zijn en ik zou nergens anders willen wonen. '
'De meeste mensen kennen mij als de Toneelmama van Veenendaal. Al meer dan 40 jaar geef ik hier theaterlessen. Inmiddels ook aan de kinderen van kinderen van vroeger.
Ik ben altijd iemand geweest die haar eigen gang gaat en zich nooit echt aan de regels heeft gehouden. Als klein meisje in Lunteren en Ede was ik net een soort Pipi Langkous met mijn hondje Mollie. En toen ik later 'illegaal' ging samenwonen in Veenendaal mocht er maar één naam op de deur en moest in het huurcontract staan dat we voornemens waren te gaan trouwen. Maar wat een fantastische tijd was het! We keken uit op de Scheepjeswolfabriek en hadden allemaal kroegen om ons heen. We gingen wel drie keer per week op stap naar de Valley Inn. Ook met het theater maken was niks te gek. We hadden geen cent te makken, maar deden alles zelf.
Dingen doen, ondernemen, voor jezelf opkomen. Dit alles was ook belangrijk in de vele jaren die ik heb gewerkt bij verschillende AZC's. Van mensenhandel tot huiselijk geweld en van weerbaarheidstrainingen voor meisjes tot terugkeergesprekken. Ik heb veel heftige dingen meegemaakt, maar ook ontzettend veel gelachen én nog veel meer geleerd. Ik voel me dan ook niet zozeer een Veenendaler, maar eerder een wereldburger.
Maar, ik voel me hier wél thuis. Ik voel me gewaardeerd en heb het hier gewoon echt naar mijn zin. De actieve mensen om me heen die altijd in zijn voor een potje keten. De jongeren met wie ik me verbonden voel. Ik zou niet zo goed weten waar ik dit alles ergens anders zou moeten vinden.'
'Weet je hoe ik Veenendaal noem? 'My sweet Veenendaal'. Niet alleen omdat ik hier de liefde heb ontmoet, maar ook omdat ik voel dat dit mijn plek is. Dat ik hier op het juiste moment ben gekomen. Dat hier kansen liggen. Mijn toekomst. En dat is best bijzonder als je bedenkt dat ik in 5 verschillende landen heb gewoond en in totaal 27 keer ben verhuisd.
Ik ben geboren en opgegroeid in Caracas, Venezuela. Dat is en blijft mijn eerste land. Maar ik heb ook een Spaanse nationaliteit en heb in Amerika gewoond. Voor mij voelt dat niet vreemd. Ik ben opgegroeid in een gezin waarvan alle familieleden op verschillende plekken hebben gewoond of nog steeds wonen. Mijn hart staat open voor verschillende landen en culturen. Ik ben van nature nieuwsgierig, leergierig. Ook hier in Nederland.
Ik vind de fietscultuur fantastisch, doe hard mijn best mijn Nederlands te verbeteren en verdiep me in de cultuur en geschiedenis. Ik vind Nederlanders warme mensen. Ze zijn oprecht geïnteresseerd en iedereen kijkt naar elkaar om. Alles is goed geregeld hier. Een groot contrast met hoe de situatie op dit moment in Venezuela is. Als ik eraan denk huilt mijn hart iedere dag en ik durf niet te voorspellen hoe de toekomst daar zal zijn. Gelukkig weet ik wel waar mijn eigen toekomst ligt. Hier. In My Sweet Veenendaal.'
'Op mijn linkerpols zit een tatoeage met het Arabische teken 'lezen'. Voor veel Marokkanen staat dit teken gelijk aan het lezen van de koran, maar voor mij betekent het iets anders. Lezen staat gelijk aan leren, aan jezelf onderwijzen en je eigen keuzes maken. Ongeacht cultuur of religie. Het grote probleem van deze wereld is dat mensen slaaf zijn van de denkbeelden waarmee ze opgroeien. En dat ze geloven dat dit denkbeeld de enige waarheid is. Terwijl, er zijn zoveel waarheden en zoveel wegen om ergens te komen.
Zo kwam ik in 2007 voor de liefde vanuit Casablanca in Veenendaal terecht. In het begin dacht ik: 'Waar ben ik, wat doe ik hier?' Maar je moet er zelf op uit gaan, stappen zetten, kennis maken met andere mensen. Communicatie is de sleutel van het leven. En het leven is vallen en opstaan. Dat leer ik ook mijn dochter. Dat zij zelf haar eigen identiteit moet zoeken en haar eigen verhaal moet schrijven. Ik wil niet dat ze een slaaf wordt van de keuzes die ik haar heb opgelegd, ze moet zelf vrij kunnen vliegen als een vlinder van bloem naar bloem.
Wat mijn eigen toekomst betreft? Daar denk ik nooit zo over na. Ik leef in het moment en het feit dat ik nu hier met jou praat en geniet van een heerlijke kop koffie in mijn favoriete koffietentje, dat is wat nu telt.'
Dit is Veenendaal
‘Veenendaal heeft veel om van te houden.’
Mimmo Fiasché‘Als je ergens komt en je houdt je mond niet, dan ben je al gauw actief.’
Albert Doelwijt